Column: Jongeren aan het woord!

“Van geven word je rijk” is een uitspraak die bij ons thuis nog wel eens op een cynische manier aangehaald wordt. De cynische ondertoon komt omdat het vaak in de verkeerde context wordt gebruikt. Wij kunnen er dan weer even om lachen, maar hoe zit dat nou precies?

Niet het geven zelf is uiteindelijk belangrijk, maar de intentie waarmee je het geeft. In het oude testament wordt geschreven dat je een tiende van de oogst moet afdragen aan de Heer (en je naaste). Honderden jaren later wordt dit gebod nog steeds netjes uitgevoerd door de farizeeën die niet alleen hun koren, maar ook nog eens in ander essentieel voedsel van het land deelden met hun naasten. Mattheüs beschrijft de reactie die Jezus hier op geeft:

“Wee u, Schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u geeft tienden van de munt, de dille en de komijn, en u laat het belangrijkste van de Wet na: het recht, en de barmhartigheid en het geloof.”

Waarom moet dat nou weer zo streng? Geven met niet eens perse een verkeerde intentie, maar simpelweg niet de goeie, is toch altijd nog beter dan stelen van je naaste…? Maar juist de intentie is wat het leven heilig kan maken. Het belang van de intentie kun je zien op een verjaardag. Je krijgt gemiddeld evenveel flessen wijn als dat je weggeeft, dus waarom doen we het dan? Als je het omdraait en alle gasten zouden bij een verjaardag ook allemaal een fles wijn stelen, dan zou na een jaar iedereen weer evenveel hebben. Maar je vriendenkring zou ook kapot zijn.

Als ik één persoon zou moeten aanwijzen wie in geestelijke zin de rijkste man op aarde was, dan zou ik Jezus kiezen. Jezus heeft zijn leven letterlijk gegeven voor ons als mens, en toch was hij rijk. Door zijn wonderen probeert hij ons dit te leren:

Liefde is als twee vissen en vijf stukken brood, nooit genoeg, tot je het begint weg te geven.

Gert Jan van der Gugten.

Print your tickets