Lezen: Lukas 8:26-39
De Gardareense bezetene
Vs 28: Toen hij Jezus zag, viel hij schreeuwend voor Hem neer en zei met Luide stem: Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van God de Allerhoogste? Ik bid dat U mij niet pijnigt!
Het stukje hier aan vooraf is dat Jezus de storm stilt op het water en dan zeggen zijn discipelen: “Wie is toch deze? Dat de wind en het water Hem gehoorzamen?” Het duurt niet heel lang voordat ze hier antwoord op krijgen! Van wie? Een bezetene, iemand wie door demonen in beslag is genomen. Legio was zijn naam omdat hij zovele legioenen van demonen in zich had! Er staat vele demonen! (Lukas 8:30) Deze demonen sidderen voor Jezus! Ze erkennen Hem als Zoon van de Allerhoogste God. Deze demonen bidden dat Jezus hen niet pijnigt. Wat een wonderlijke gebeurtenis. Zijn discipelen vragen zich af: Wie is Hij? De duivel met zijn trawanten erkennen Hem, ze sidderen voor Hem!
Aan wie behoor jij toe? Waar is jouw leven en hart mee gevuld? Met de duisternis of met Gods licht en liefde?
Waar je ook in zit: Er is bevrijding! We zagen het bij deze man. De duivel en zijn legioenen zijn er nog steeds! Bid tot God, Hij kan je bevrijden! Je mag van Hem getuigen en daaruit leven! Weet dat Hij machtig is. Hij is de Heerser over Hemel en aarde, de duisternis en het licht. Hij heeft alles overwonnen.