Een Urker, die is zo verwind

Mins ik goon ier nooit maar weg… wie ier niet woent èt zo’n pech… ik bin bleede dat ik ier ebeuren bin, want een Urker die is zo verwind. Bij het zingen van dit lied (of het Urker volkslied: wie er is die blift er al) bij gelegenheden als Koningsdag had ik de laatste tijd het gevoel dat iedereen naar ons keek: zingt ‘ie het wel mee? Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik altijd al met enige schroom het lied zong (ik ben hier niet geboren, en de belofte dat je hier nooit meer weg gaat is nogal wat), maar nu er een beroep naar Katwijk lag kreeg ik al helemaal kramp in m’n kaken bij het zingen van die regel.

Het ging allemaal heel snel. Hoorders werden in de kerk gesignaleerd en een week of drie later werd afgekondigd dat ik het beroep zou ontvangen, als er geen bezwaren door de gemeente van Katwijk zouden worden ingebracht. ‘En waar moeten wij met onze bezwaren heen?’ werd er door Urkers gevraagd. We werden echt overweldigd door het geweldige meeleven van de Urkers. Het doet enorm goed te merken dat je gewaardeerd wordt. Maar nog mooier was dat we merkten dat het recht uit het hart kwam: het waren geen woorden die je nu eenmaal op zo’n moment hoort te zeggen. Urkers zijn recht voor de raap, dat zijn we juist zo gaan waarderen, en daarom weten we dat het meeleven en meebidden écht is. De teneur was steeds weer: ‘We hopen dat je blijft, maar bidden vooral om duidelijkheid van God, want dan is het goed, wat de beslissing ook wordt.’ We willen u daar oprecht voor bedanken, het heeft ons erg goed gedaan.

Duidelijkheid van God, daar hebben we ook om gebeden. Toen Esmee hoorde van het beroep, zei ze dat ze twee papiertjes zou gaan maken: eentje met de voordelen van Urk, en eentje met de voordelen van Katwijk (waar ‘een nieuwe kamer’ bovenaan kwam te staan). Als wij zo’n lijst zouden moeten maken, dan zou de Urker lijst erg lang worden. We hebben het hier erg goed, vriendschappen zijn opgebouwd, we weten ons opgenomen in de gemeenschap hier, ik mag vrucht op het ambtelijk werk hier ervaren, ik mag het ambt met voldoening en plezier vervullen, elke dag is weer een verrassing en een uitdaging, enz. De lijst van Katwijk bleef vrij kort. Maar dat is ook niet zo gek: ik was er nog nooit geweest.

De Heere God gaf meer duidelijkheid na de kennismaking op 8 april. Na de dienst proefde ik de nood van de gemeente daar. Uit de kerk werden handen geschud, waarbij steeds weer werd uitgesproken hoe graag ze wilden dat we kwamen. Maar het werd die zondag erg verwarrend toen er bij de belijdenisdienst in de Bethelkerk minstens evenveel mensen bij het handen geven na de dienst zeiden dat we moesten blijven… Op 11 april stond de kennismakingsmiddag en –avond gepland. Ik werd geraakt door de geschiedenis die er gelezen werd die avond, Johannes 21. Over de tweede wonderlijke visvangst. Bij mijn bevestiging hier preekte ds. Goijert over de eerste wonderlijke visvangst. Zou de Heere God me net als de discipelen toen een nieuw werkterrein willen geven? Maar Urk dan? Ds. Tadema zou afscheid nemen, we hebben net een nieuwe collega… Zouden die gedachten mist betekenen? En bij mist moet je toch niet uitvaren… Toen trof me de vraag van Petrus na die tweede wonderlijke visvangst. Hij keek naar Johannes en vroeg aan Jezus: ‘En hij, wat zal er met hem gebeuren?’ Jezus zei toen tegen Petrus dat hem dat niet aanging. Hij zou wel voor Johannes zorgen. Petrus had een nieuwe roeping. De wegen van Petrus en Johannes zouden binnenkort gaan scheiden. Het was voor mij een bevestiging dat de Heere God voor Urk zou blijven zorgen.

We hebben net de reis het beloofde land gehad, Israël. Katwijk is niet het beloofde land. Urk ook niet. Maar op Urk mochten we wel komen met de beloften van God. En zo geloven we dat we ook naar Katwijk mogen gaan met de beloften van God. Die beloften blijven ook voor Urk gelden. Hij laat niet los waar Hij aan begonnen is, dat is gelukkig niet afhankelijk van mij.

Tijdens de bezinningsperiode op het beroep kreeg ik een boek toegestuurd: ‘In Katwijk is alles anders.’ Met evenveel recht zou je over Urk zo’n boek kunnen schrijven: ‘Op Urk is alles anders.’ Ik zal het vol overtuiging mee blijven zingen: Wie ier niet woont èt zo’n pech. Ik bin bleede dat ik ier terecht ekeumen bin, want een Urker die is zo verwind! Het beroep naar Katwijk heb ik aangenomen, ik mag de netten op een andere plek uitwerpen, maar het Baken en de Lichtbron blijft Dezelfde!

Ds. E.J. de Groot

PS: De afscheidsdienst zal op D.V. 15 juli 2018 plaatsvinden in De Poort, 17:00 uur.
Op D.V. zaterdagmiddag 14 juli zal er van 16:00 tot 18:00 uur een informele afscheidsreceptie worden gehouden

Print your tickets