Jongeren aan het woord: ‘Jezus’ laatste onderwijs’

Jezus’ laatste onderwijs

Vandaag reizen wij in gedachten af naar de Olijfberg en nemen plaats naast de twaalf discipelen. We gaan luisteren naar Jezus’ laatste onderwijs om te horen welke slotboodschap Hij ons mee wil geven.

Voordat we plaatsnemen naast de discipelen, gaan we eerst een stap terug in de tijd om te kijken naar de intense week die achter hen ligt. Enkele dagen geleden werd Jezus onder luid gejubel onthaald in Jeruzalem. Komend in de tempel wierp Hij alle tafels omver en noemde de heilige plek een ‘rovershol’! Daar bleef het niet bij, want ook de farizeeën en schriftgeleerden werden door Hem als ‘huichelaars’ bestempeld. Vertrekkend uit de tempel begon Jezus met Zijn discipelen te spreken over het einde der tijden. En eenmaal aangekomen op de Olijfberg vertelde Hij drie gelijkenissen: eerst die van de wijze en dwaze meisjes, vervolgens over de talenten en uiteindelijk het gedeelte waarop wij onze gedachten richten: het laatste oordeel.

Jezus schetst het beeld van de Mensenzoon, die een scheiding maakt tussen alle volken, zoals een herder zijn schapen van de bokken scheidt. Maar opeens vertraagt het verhaal, wordt het gedetailleerder en lijkt het alsof Jezus extra nadruk wil leggen op wat Hij gaat zeggen. Rechtvaardigen, “Ik had honger, jullie gaven Mij te eten. Ik had dorst, jullie gaven Mij te drinken. Ik was een vreemdeling, jullie namen Mij op. Ik was naakt en jullie kleedden Mij. Ik was ziek en jullie bezochten Mij. Ik zat gevangen en jullie kwamen naar Mij toe.” De spanning wordt nóg verder opgebouwd door hun reactie: “Heer, wanneer zagen wij U hongerig, dorstig, naakt, ziek, gevangen of als vreemdeling?”

In dit antwoord hoor je een echo van het ‘niet-weten’. Niet weten wanneer je Gods wil gedaan hebt, en het niet weten wanneer je goede werken hebt verricht. Wat een contrast met de farizeeën, of beter gezegd: de huichelaars, zoals Jezus hen noemt. Zij weten precies wanneer ze Gods wil gedaan hebben, maar doen ze het ook echt vóór God?! Ze kennen de wetten uit hun hoofd, maar zijn die ook werkelijk in hun hart geland?! En schuilt er in het ‘niet-weten’ van de rechtvaardigen niet juist een diepe verbondenheid met God, Die Zijn wetten als het ware schrijft in de harten van iedere gelovige?! (Hebr. 10:16)

En hoe zit dat op ons eigen dorp? Handelen wij volgens christelijke normen en waarden omdat we dit doen vóór God, of is het inmiddels meer een kwestie van cultuur geworden? En ietsje dichterbij, hoe is het met jou? Heeft het Evangelie al wortel geschoten in je hart, en dragen je daden daarvan de vruchten? Of ken je het alleen met je hoofd, maar heb je het nog niet de ruimte gegeven om door te dringen tot je hart?

De ruimte in je hart kan tegenwoordig zo snel gevuld raken met andere verlangens en bezigheden. We rennen door het leven heen en toch voelen we vaak tijdnood. Maar zet het tweede gedeelte van het laatste oordeel ons daar niet juist bij stil? Het nalaten van handelen betekent immers ook dat we Gods wil niet doen! Dus als we al rennend door het leven gaan, hoe vaak laten we na om te handelen naar Gods wil? En werpt dit niet een heel ander licht op ‘zonde doen’? Niet alleen verkeerde daden, maar ook de goede daden die we niet doen, spelen hierin een rol.

Aan het einde van Jezus’ laatste onderwijs kunnen we concluderen dat het past in de intense lijn van de afgelopen week. Deze slotboodschap kan namelijk angst doen aanwakkeren – want ja, je weet niet altijd wanneer je Gods wil doet, en zelfs het nalaten is zondig. Toch mogen wij deze woorden met vreugde ontvangen, want diezelfde Mensenzoon uit het laatste oordeel heeft Zijn troon afgelegd om het Paasevangelie te volbrengen ter verzoening van al onze zonden. Jezus stierf aan het bittere kruishout, onze dood, om genade voor ons te verwerven! Laten wij in die genade Hem elke dag blijven zoeken, zodat Hij ons steeds opnieuw kan vernieuwen en Zijn koninkrijk al kan heersen in jouw hart.

En door Jezus’ overwinning aan het kruis schrijft Hijzelf, met doorboorde handen, boven al jouw geploeter en harde werken deze woorden: ‘Het is volbracht!’

William Kramer (23)

Print your tickets