Jezus’ sterven is onze redding
‘Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten’. Het is een zin uit een gezang dat al sinds de 19e eeuw wordt gezongen in de aanloop naar Pasen. Als kind vond ik de tekst lastig te begrijpen; intussen heeft de inhoud van de woorden voor mij een diepere betekenis gekregen. Ik ervaar de verhalen over het lijden en sterven van Jezus steeds intenser, vooral als ik ze zelf mag vertellen aan de kinderen in mijn klas.
Volslagen ontreddering, doodsangst en eenzaamheid. Het zijn woorden die in me opkomen als ik denk aan de weg die Jezus moest afleggen. Eerst trok Hij door de straten van Jeruzalem, over de Via Dolorosa – in het Latijn letterlijk: ‘pijnlijke weg’, naar Golgotha. Later hing de Zoon des mensen naakt aan het kruis, tot Hij door totale uitputting de geest gaf in de handen van Zijn Vader. Jezus stierf. Bijzonder vind ik Lukas 23:48, waarin staat dat de toeschouwers zich bij Zijn overlijden op de borst sloegen: een oud Joods teken van spijt en rouw.
Vooral in deze Stille Week lijkt de dood meer confronterend te zijn. In de afgelopen week stierven verscheidene plaatsgenoten, verwacht en onverwacht. Het verdriet is voelbaar op ons dorp. De sterfgevallen maken je terdege bewust van de kwetsbaarheid van het leven. Toch brengt de dood dóór Goede Vrijdag bemoediging in deze dagen. Jezus’ sterven is de redding van de mens: onze zonden zijn vergeven en Hij wil de Zijnen eeuwig leven schenken (Johannes 3:16). Wat een troost en wat een verheuging!
Graag wil ik eindigen met de rake woorden van de Schotse predikant Robert Murray M’Cheyne, wiens leven op 29-jarige leeftijd tot een einde kwam. Hij schreef het troostvolle gedicht ‘Het wachtwoord der hervormers’. Hieronder licht ik in het bijzonder de laatste zinnen uit:
‘’Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis, dat Christus alleen mijn gerechtigheid is. Nu tart ik de dood, nu verwin ik het graf, nu neemt mij geen satan de zegenkroon af! Nu reis ik getroost onder ’t heiligend kruis, naar ’t erfdeel daarboven, in ’t Vaderlijk huis. Mijn Jezus geleidt mij door de aardse woestijn, ‘Gestorven voor mij!’, zal mijn zwanenzang zijn!’’
Ruben Romkes (23)