Jongeren aan het woord: ‘Waar taal niet reikt’

Waar taal niet reikt

Als het leven soms pijn doet en de storm gaat tekeer, in een tijd van moeite en verdriet. Alsof de zon niet meer opkomt en het altijd donker blijft, en de ochtend het daglicht nooit meer ziet.

Wat moeten we doen wanneer er stormen tekeer gaan in ons leven? Wat als we door het donker heen moeten waden en de vragen ons overspoelen? Of erger nog: wanneer zelfs taal niet kan reiken tot de diepte van ons gevoel en we machteloos verstomd raken…

Juist dan is het van belang dat we taal vinden. Als pijn niet onder woorden wordt gebracht, schuilt het gevaar dat dit onderhuids gaat broeien. Vragen en trauma’s kunnen trekken in je karakter, zonder ooit werkelijk verwerkt te zijn. Er moet taal worden gevonden om verder te kunnen. Woorden van hoop moeten klinken, maar hoe?!

In moeilijke tijden wil gebed een verborgen krachtbron zijn! Het herinnert ons aan wie wij zijn, en wie God is. Het brengt ons bij de schuilplaats van de Allerhoogste waar we mogen rusten. Schuilen bij God die de aarde heeft gegrondvest. Hij bepaalde haar grenzen en spande het meetlint over haar uit. Hij verankerde haar fundamenten en legde haar hoeksteen, terwijl de morgensterren jubelden en de hemelse wezens van vreugde juichten. Hij kent de diepten van de zee, Hij doorgrondt haar bodem. De poorten van de dood en de duisternis liggen open voor Hem – niets is voor Hem verborgen. De volle uitgestrektheid van de aarde is Hem bekend; Zijn begrip kent geen grenzen. (verwijzing Job 38:4-7;16-18)

Diezelfde God heeft jou geweven in de schoot van je moeder. Jouw naam staat in Zijn handpalmen gekerfd. Hij gaf je jouw ‘first love’. Vanuit die eerste, volmaakte liefde legde Jezus Zijn heerlijkheid af om gelijk te worden aan de mens. Hij huilde om Zijn overleden vriend, kende doodsangst in de hof van Gethsémané, werd boos om onrecht en aan het kruis riep Hij het uit naar God.

Daarom leeft Jezus niet enkel met ons mee in moeilijke tijden, maar lijdt Hij werkelijk mét ons. Hij kent de hoogte- en dieptepunten van een menselijk bestaan, opdat wij met ons hele ‘zijn’ mogen komen in de schuilplaats van de Allerhoogste. Gebed bestaat vaak uit woorden, maar als taal niet reikend genoeg is, als je niet weet wat je voelt en je simpelweg verstilt… weet dan: Hij kent je hart, en je alles mag laten ademen tot God. En misschien, in die verstilling, hoor je Zijn fluisterende stem die jouw gebed als het ware uitbidt naast de Vader.

Deze schuilplaats is dus geen ‘escape’ uit de tijd. Het is geen belofte dat je situatie zal veranderen, maar het kan jou wel veranderen binnen de situatie. Gebed is afdalen naar de wortels van je bestaan, naar het heilige der heiligen van ons hart, om daar kracht te vinden. Zodat we stevig staan op een vast fundament wanneer de stormen weer tekeer gaan.

En ja, ik weet dat deze woorden makkelijker op papier staan dan ze soms voelen in de realiteit. Anne van der Bijl schreef ooit: ‘Gebed is niet de voorbereiding op de strijd. Gebed is de strijd.’ Ik wens je daarom moed, kracht en zegen toe in elk seizoen van je leven. Maar bovenal bid ik Urk, jou en mezelf het volgende toe:

Liefdevolle God, met Uw liefde Heer, kom ons tegemoet. Vooral wanneer taal lijkt te stoppen, wilt U het dan overnemen en ons dragen. Leer ons af te dalen naar de wortels van ons bestaan, en wilt U deze versterken. Zodat we, in elk seizoen van ons leven, onze kracht en rust mogen vinden in U. In Jezus’ naam. Amen.

William Kramer (24)

Print your tickets