Wachten of vérwachten
Wachten. Dat doen we allemaal: op een trein, goed nieuws of verandering in je leven. Maar wachten op God, dat is net even wat anders. Wachten op God raakt ons hart, ons geloof en vooral ons geduld.
In de Bijbel zie je vaak hoe wachten juist deel uitmaakt van Gods weg met iemand. Abraham wachtte op een kind, Jozef wachtte in de gevangenis, de discipelen wachtten op de Heilige Geest. Niet omdat God ‘traag’ was of de beloftes hier niet nakwam, maar omdat God aan het werk was en is, in hen en in jou en mij.
Als je moet wachten, dan voelt het alsof je stilstaat. Bij God is wachten een tijd van groeien. Hij vormt, zuivert en bereidt iets voor jou en dat is niet altijd even makkelijk om te begrijpen. Soms bid je met grote verwachting ergens voor, maar dan lijkt het stil te blijven. Dat uitblijven kan een spanning oproepen: geloven dat God het zál doen en tegelijkertijd vertrouwen als het anders loopt dan dat je zou willen.
Laten we verwachten niet verwarren met afdwingen. Verwachten is met open armen en daarnaast gevouwen handen bidden en leven. Het is uitspreken van geloof: ‘HEERE, U kunt en zult het doen en ik weet dat Uw weg goed is, ook als ik deze niet begrijp.’
Tussen de kloof van deze hoop en onzekerheid wil God dat we hem beter leren kennen. Niet alleen als degene die voorziet, maar ook als Vader en Meester. Ook wanneer dit voor je gevoel soms lang kan duren.
Dus, als jij op dit moment in een tijd van wachten en onzekerheid zit: weet dan dat God aan het werk is in jouw leven. Het is nooit zinloos om te wachten. Verwacht veel en vertrouw nog meer. Hij is aan het werk. Gisteren, vandaag en al de dagen van je leven. Totdat Hij terugkomt. Amen, ja amen.
Dianne de Vries (23)