Lukas 9:10-17
De eerste wonderbare spijziging
En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte en was innerlijk met ontferming bewogen over hen, want zij waren als schapen die geen herder hebben; en Hij begon hun veel dingen te onderwijzen. (Markus 6:34 HSV)
Jezus ziet de hulpeloosheid van de mens. Ze zijn opzoek naar hun Herder. Ze verlangen naar onderwijs en de aanwezigheid van Jezus. Eigelijk ging Jezus naar deze plek voor rust. De discipelen zijn net allemaal terug gekeerd van een evangelisatiereis. Ze kregen allemaal kracht en macht over de demonen en om ziekten te genezen. Ze trokken rond en verkondigden in alle dorpen en steden over het koninkrijk van God. (Lukas 9:1-6) De mensen hoorde naar welke plek Jezus ging met zijn dicipelen. Ze kwamen overal vandaan om hen daar te ontmoeten. Het vers wat we hier boven lezen is dan de gedachte van Jezus. Wat een liefde, zijn liefde is zo overvloedig.
Ze zijn als schapen zonder Herder, en Hij begint ze te onderwijzen.
Verlang jij ook zo naar het woord van Jezus? Zoek Jezus veel, zoek Jezus vroeg want wie Jezus heeft die heeft genoeg.
Het word al laat. De discipelen zeggen laten ze weg gaan. Dan kunnen ze eten en slapen in de omliggende dorpen. Maar Jezus antwoord en zegt: geef u hen te eten. Wat zou jij hier op antwoorden?
Wij zijn zo klein gelovig. Zelf kunnen de discipelen dit niet verzinnen. Ze zijn net op een zendingsreis geweest en hebben allerlei wonderen gedaan. Maar eten vermenigvuldigen was daar geen deel van. Jezus voed elke mond die daar aanwezig is. De overige stukken worden opgeraapt en dan zijn er nog 12 manden over.
U, Heere, bent immers goed, mild om te vergeven en rijk aan goedertierenheid voor allen die U aanroepen. (Psalm 86:5 HSV)