Soms krijg ik het idee dat geloof op Urk een vrouwenzaak aan het worden is. Een zaak die de mannen aan de vrouwen uitbesteden. Laat ik een aantal voorbeelden noemen. De laatste jaren gebeurt het geregeld dat een vrouw zich meldt die wel een dienst zou willen op haar trouwdag. Probleem: haar aanstaande is niet alleen niet betrokken op de kerk, maar geeft ook aan niet te geloven. Wat de laatste jaren ook steeds vaker voorkomt, is dat slechts een van beide doopouders belijdend lid is en de doopvragen kan beantwoorden. Meestal is de man dan degene die geen belijdenis heeft gedaan. Een ander voorbeeld is dat broeders steeds minder makkelijk beschikbaar zijn voor een plek op de ‘lijst’, om eventueel verkozen te worden tot ambtsdrager. Tussen haakjes: ook ik besef dat er goede redenen kunnen zijn om van een plek op de lijst af te zien, maar dat even terzijde… Nog een voorbeeld: tijdens het weekendje van de belijdeniscatechisatie viel mij op dat twee derde van de deelnemers vrouw was. Mijn eigen bijbelgespreksgroepen tellen slechts enkele mannelijke deelnemers. Is dat beeld bij veel andere gespreksgroepen wezenlijk anders? Dus snapt u mijn vraag: waar blijven de mannen?!
De afwezigheid van mannen heeft gevolgen. Denk aan het genoemde voorbeeld van een getrouwd stel. Denk aan de vrouw die de kar van geloof en kerkelijke betrokkenheid alleen moet trekken. Zij moet zichzelf motiveren om naar de kerk te gaan. Zij alleen moet de kinderen stimuleren om naar de kerk te gaan. Die kinderen zien van dichtbij in huis dat níet naar de kerk gaan – en eventueel ook: níet geloven- ook een optie is… Terwijl het voor die kinderen juist van het grootste belang is dat mannen/vaders beschikbaar zijn als rolmodellen in zaken van geloof en gemeente.
De hypocrisie is gelukkig wel steeds meer ten einde. De neiging om toneel te spelen voor ouders, meisje of schoonfamilie speelt gelukkig steeds minder een rol. Maar kunt u zich indenken dat ik me toch zorgen maak: over gelovige echtgenotes, kinderen, het welzijn van de gemeente?
De vraag is: wat valt er te doen? Om heel eerlijk te zijn zou ik (jonge) vrouwen met trouwplannen willen stimuleren om iemand te zoeken met wie ze sámen de Heere kunnen dienen. Denk ook aan wat Paulus daarover zegt in 1 Korinthe 7: 39. Dat sámen de Heere dienen geeft een geweldige basis onder je huwelijk en mogelijke gezinsleven.
Op de tweede plaats zou ik alle vaders in de gemeente willen aanspreken. En wel met deze oproep: neem je verantwoordelijkheid serieus. Denk aan het jawoord dat je hebt uitgesproken bij de huwelijksbevestiging: je beloofde je vrouw ook in geloofszaken te leiden en terzijde te staan. Denk aan het jawoord bij de doop: ook jij beloofde je kind op te voeden met Christus en Zijn Evangelie. Denk aan je jawoord bij de openbare belijdenis: je beloofde trouw mee te werken aan de opbouw van de gemeente, niet alleen voor zover het uitkomt, ‘eraan toe bent’ of jezelf er geschikt voor acht.
En als je als man op geen van deze vragen ooit (oprecht) antwoord hebt kunnen geven, realiseer je wat dat betekent voor je echtgenote, kinderen en gemeente. Zij hebben je nodig. Denk ook aan jezelf. Openbare belijdenis doen is uitspreken dat je Jezus niet kunt missen. Heb je daar al eens bij stilgestaan dát je Jezus niet kunt missen, ook voor je eigen behoud niet?
Op de derde plaats moet de gemeente zich afvragen of wat zij aan activiteiten organiseert misschien onbewust toch niet veelal is toegespitst op vrouwen, die van praten uit het hart houden, ook zonder snel naar conclusies toe te werken. Is er tijdens Wiekentjesweg en andere kerkelijke activiteiten werkelijk plaats voor de man, op een voor hem aansprekende manier?
Ds. E.J. Terpstra